Als moeder van vier kinderen, weet ik dat ieder kind zijn eigen unieke pad volgt. Toch was het voor ons zoontje, die in februari 2017 werd geboren, al snel duidelijk dat zijn pad iets anders zou zijn dan dat van zijn oudere zus. Zijn eerste maanden waren rustig en kalm. Hij was een flinke baby die veel sliep, goed at en alle mijlpalen haalde die we verwachtten, maar rond zijn 2 jaar merkten we dat er iets anders was. Hij was minder spraakzaam dan andere kinderen van zijn leeftijd en leek vaak in zijn eigen wereldje te zitten.
Hoewel we het in eerste instantie niet onmiddellijk als een probleem zagen, begonnen we ons toch af te vragen of er meer aan de hand was. Hij gebruikte weinig woorden en als hij iets wilde, wees hij vaak naar dingen of trok hij aan onze hand om ons te laten zien wat hij bedoelde. Toch begrepen we hem en hadden we niet meteen het gevoel dat er iets ernstig mis was.
Toen hij naar school ging, begonnen de zorgen van de leraren naar voren te komen. Al snel werden we naar school geroepen, omdat ze zich zorgen maakten over zijn ontwikkeling. Hij leek achter te lopen op allerlei gebieden en er was een duidelijke achterstand in zijn taal en sociale vaardigheden. De school had geen concrete oplossing of plan van aanpak en als ouders waren we niet tevreden met de geboden steun. We besloten daarom om hem naar een kleinere school te brengen, waar we dachten dat hij beter zou passen en meer zijn draai zou vinden.
Gelijktijdig schreven we ons zoontje in voor testing bij het COS in Leuven. We kregen nu toch ook het vermoeden dat er meer aan de hand was dan we konden verklaren. De coronamaatregelen gooiden echter roet in het eten en de wachttijden voor de tests werden alleen maar langer. Uiteindelijk, na anderhalf jaar wachten, kregen we de diagnose: onze zoon heeft ASS. Het was een moment van opluchting, maar ook van verdriet. We hadden de antwoorden die we zochten, maar het was tegelijkertijd een gevoel van verlies dat ons kind een ander pad zou bewandelen dan we gedacht hadden.